• English
  • Deutsch

Ambachten in ‘t Zuiderzeedorp

Rond de voormalige Zuiderzee waren ambachten, vaak verbonden aan de visserij, onmisbaar. In ’t Zuiderzeedorp ontdek je hoe deze ambachten vroeger werden uitgevoerd. Kijk mee bij de smid, de zeilmaker of de visrokerij en zie hoe vakmanschap en traditie samenkomen.

Kuiperij

Net als de zeilmaker was de kuiper een belangrijke speler rond de Zuiderzee. Zijn vaten en tonnen waren onontbeerlijk voor de conservering van vis en andere levensmiddelen.

Haring werd aan boord letterlijk opgezouten. Eerst ging de vis in het vat, daarna ging er een schep zout overheen en begon het kuipen of dichten. Aan de wal werd het vat geopend en opgehoogd met zout en haring. Het zout liet de eerder gekuipte haring namelijk krimpen.

Mandenmakerij

Mandenmakers vertoefden rond 1900 in vrijwel alle plaatsen rond de Zuiderzee. Ze maakten manden voor groenten, brood, turf of vis. Haring werd in hoge ronde manden vervoerd. Bot in ovale platte. Dat had te maken met het uiterlijk van de vis. 

Een mandenmaker maakt naast manden ook kubben (korven), waarmee op paling wordt gevist. Het vervaardigen van een kub is een specialistisch en nauwkeurig werkje. De twijgjes die gebruikt worden, worden dun geschild en zo gevlochten dat de paling, als hij eenmaal binnen is, niet kan ontsnappen.

Smederij

Misschien was de smid eind negentiende eeuw wel de belangrijkste ambachtsman. Hij besloeg paarden, repareerde kachels, lapte pannen en ketels op en vervaardigde ijzeren gereedschappen en soms sierhekwerk. In vissersplaatsen legde hij zich doorgaans toe op het maken van dreggen, ankers en korijzers die aan de netten worden bevestigd om ze over de bodem van de zee te kunnen slepen.

Via een handbewogen blaasbalg jaagt de smid het vuur op, zodat de smeedkolen op temperatuur komen. Hij laat vervolgens het ijzer in de vuurhaard of smidse zo gloeiend heet worden dat het smeedbaar wordt. Met een speciale hamer vervaardigt hij bijvoorbeeld een stuk gereedschap. Hoe? Dat is het geheim van de smid.

Stoomwasserij

Rond de Zuiderzee werd de bedrijvigheid gekenmerkt door kleinschaligheid en handarbeid. De opkomst van de stoommachine rond 1870 veranderde veel. Bepaalde zaken die voorheen met de hand werden gedaan, konden ineens machinaal. Er ontstonden bijvoorbeeld stoomwasserijen. Met stoomkracht en grote wastrommels waste men het wasgoed en op de droogzolder of op het bleekveld werd gedroogd. Werken in een stoomwasserij was echter zwaar en ongezond. Er was veel tilwerk en zitten is er niet bij. Het was er warm, dampig en altijd glibberig. Ook het bleken van de was met loog, een corrosieve of bijtende stof, was niet zonder gevaar.

Touwslagerij

Lijnbanen of touwslagerijen waren bedrijven waar touw werd vervaardigd voor scheepstimmerwerven, zeilmakerijen, visserij en veehouders. Bij de touwslagerij in het museum worden uit dunne strengen vlasgaren verschillende soorten touwen geslagen: zoals waslijnen, scheepstouwen en springtouwtjes. Bekijk het mechanisme en luister ondertussen naar de touwslager die uitleg geeft over dit ambacht en de werking van de lijnbaan.

De springtouwen die de touwslager draait zijn te koop voor €2,75 (kort) en €11,00 (lang) per stuk.

Visserijambachten

In de Marker haven ligt het indrukwekkende houten vissersschip, de blazer TX11. Klim aan boord en de schipper vertelt je alles over het schip en het leven aan boord. Waar werd op gevist, hoelang was je van huis en welke werkzaamheden deed je aan boord? De TX11 is één van de twee blazers ter wereld die nog in de vaart zijn.

Visrokerij

Gerookte vis is tegenwoordig een lekkernij. Het roken van vis heeft echter nog een andere reden dan de bevordering van de smaak; de vis is na het roken veel minder bederfelijk. Haring, paling en makreel zijn de meest bekende vissoorten die worden gerookt. De vissen krijgen een korte pekelbehandeling om de gewenste zoutsmaak te verkrijgen. Vissen met veel darminhoud moeten worden gegromd of schoongemaakt. Dat gebeurt in een gromloods. 

In ‘t Zuiderzeedorp kun je genieten van een vers gerookt stukje zalm, haring of makreel!

Zeilmakerij

Voordat er gemotoriseerde schepen waren, voeren er zeilschepen. Deze hadden vaak ontzettend veel zeil nodig. En zeilmakers: dure ambachtslieden die onontbeerlijk waren. Een nieuw zeil is voor een visser een hele uitgave. Bij tegenvallende vangsten kunnen de netten en het schip nog onderhouden worden. Maar een grote scheur in het zeil is een regelrechte ramp. Wie geen geld had voor de reparatie, was zijn inkomsten kwijt.

Het zeilmaken is allerminst een uitgestorven beroep. De doelgroep is echter veranderd. Het gaat tegenwoordig om speciale toepassingen voor wedstrijd- en toerzeilers.